Belanghebbende, mevrouw X is in 1996 in Frankrijk gehuwd met meneer Y. Zij wonen met hun dochter in Nederland als Y in 2005 voor zijn werk vertrekt naar Afghanistan. X blijft met haar dochter in Nederland omdat zij bevreesd is voor de vrouwonvriendelijke omgeving in Afghanistan. Y betaalt aan de achterblijvers € 3.000 per maand voor hun levensonderhoud. In juni 2008 dient X een verzoek tot echtscheiding in, waarna in 2010 de scheiding door een rechter in Parijs definitief wordt uitgesproken. De inspecteur corrigeert het inkomen van X over 2007 met de maandelijkse betaling van Y van € 1.800. X verwerpt de stelling van de inspecteur dat het bedrag kwalificeert als alimentatie omdat zij er in 2007 nog van uitgaat dat zij de samenleving met Y zal hervatten zodra dat mogelijk is.
Rechtbank 's-Gravenhage oordeelt dat het enkele feit dat X en Y in 2007 niet op hetzelfde adres wonen, niet de conclusie kan dragen dat zij duurzaam gescheiden leven. De rechtbank kwalificeert de maandelijkse betaling als de voldoening door de ene echtgenoot aan zijn verplichtingen om de andere echtgenoot het nodige te verschaffen en om de kosten van de verzorging en de opvoeding van zijn minderjarige kind te dragen. Daaruit volgt niet dat het niet-samenleven duurzaam is. Ook uit het echtscheidingsverzoek uit juni 2008 volgt niet dat het gescheiden leven van X en Y vanaf het vertrek van Y in 2005 duurzaam bedoeld is. De rechtbank verklaart het beroep van X gegrond.