Rechtbank Zeeland-West-Brabant oordeelt dat sprake is van afwezigheid van alle schuld en vernietigt de boete. De rechtbank wijst er daarbij op dat de Belastingdienst de mogelijkheid biedt om samen aangifte te doen en dat de aangifte op 23 juni 2017 gereed was voor verzending.

Belanghebbende, X, wil haar IB-aangifte 2015 samen met haar echtgenoot, Y, inleveren. Y is ondernemer. Na te zijn aangemaand om de aangifte uiterlijk 7 juli 2017 in te dienen, willen X en Y de aangifte op 23 juni 2017 indienen. Dit lukt niet door een technische storing bij de Belastingdienst. Door deze storing kunnen ondernemersaangiften een tijd lang niet worden ingediend. X probeert de aangifte elke dag in te dienen en heeft daarover ook telefonisch contact met de inspecteur. Uiteindelijk lukt het op 13 juli 2017. Bij het opleggen van de aanslagen legt de inspecteur ook een boete op. De aan Y opgelegde boete wordt vervolgens vernietigd. Ten aanzien van de aan X opgelegde boete stelt de inspecteur dat X zelfstandig aangifte had kunnen doen.

Rechtbank Zeeland-West-Brabant oordeelt dat sprake is van afwezigheid van alle schuld en vernietigt de boete. De rechtbank wijst er daarbij op dat de Belastingdienst de mogelijkheid biedt om samen aangifte te doen en dat de aangifte op 23 juni 2017 gereed was voor verzending. Verder acht de rechtbank van belang dat X dagelijks heeft geprobeerd om de aangifte op te sturen en dat de inspecteur de aangifte heeft ontvangen op het eerste moment dat dat digitaal weer mogelijk was. Ook hoefde X niet alsnog zelfstandig de aangifte in te vullen en in te dienen. Dit zou onevenredig veel tijd en inspanning van X en Y hebben gevergd. Ook biedt het gezamenlijk invullen voordelen aan X en Y en de Belastingdienst. Het beroep is gegrond.

[Bron Uitspraak]

Informatiesoort: VN Vandaag

Rubriek: Bronbelasting

Instantie: Rechtbank Zeeland-West-Brabant

Editie: 18 maart

6

Inhoudsopgave van deze editie

Gerelateerde artikelen