X bv heeft in 2010, 2011 en 2012 een groot aantal BPM-aangiftes gedaan ter zake van de registratie in het kentekenregister van personenauto's afkomstig uit het buitenland. X bv heeft tegen de voldoeningen op aangifte van de BPM bezwaar gemaakt. In alle onderhavige 25 zaken heeft de inspecteur het bezwaar van X bv ongegrond verklaard. In beroep heeft X bv hiertegen geen gronden aangevoerd. Op de zitting bevestigt X bv dat over de hoogte van de verschuldigde BPM in deze zaken geen geschil meer bestaat. Rechtbank Den Haag oordeelt dat X bv bij een uitspraak van deze rechtbank omtrent de rechtmatigheid van de bestreden besluiten geen belang meer heeft. De beroepen zijn dus niet-ontvankelijk. Hierbij wordt in aanmerking genomen dat gesteld noch gebleken is dat X bv door de bestreden besluiten schade heeft geleden. Voor een proceskostenveroordeling bestaat ook geen aanleiding.
Informatiesoort: VN Vandaag
Rubriek: Bronbelasting, Belastingheffing van motorrijtuigen
Instantie: Rechtbank Den Haag