Rechtbank Zeeland-West-Brabant vermindert de negen naheffingaanslagen tot € 3.369, maar stelt de proceskostenvergoeding vast op € 9.045. Daarnaast wordt € 1.000 schadevergoeding toegekend voor het overschrijden van de redelijke termijn.

Belanghebbenden, X1 vof en X2 vof, hebben in 2012 en 2013 in totaal negen BPM-aangiften gedaan met betrekking tot gebruikte Volkswagen personenauto's. De ingevoerde auto's hebben veel schade. De totaal verschuldigde belasting is volgens de aangiften € 576. In geschil is of terecht naheffingsaanslagen van in totaal € 13.991 zijn opgelegd. Op de zitting bereiken partijen alsnog overeenstemming over de handelsinkoopwaarden en de schadebedragen, zodat de aanslagen kunnen worden verminderd tot in totaal € 3.369.

Rechtbank Zeeland-West-Brabant stelt de totale proceskostenvergoeding vast op € 9.045, waarvan 1/9e deel (€ 1.005) toekomt aan X2 vof. Voor wat betreft de kosten van het bijwonen van de zitting door de gemachtigde is uitgegaan van een uurtarief van € 250, een dag voorbereiding en een halve dag voor de zitting (19 gegronde beroepen) zelf. Aangezien de zaken in hoofdzaak betrekking hebben op hetzelfde onderwerp, heeft dit een matigende invloed op de mate van frustratie en ergernis bij overschrijding van de redelijke termijn. Ondanks de acht zaken van X1 vof krijgen X1 vof en X2 vof daarom toch elk één vergoeding van € 500. De beroepen van X1 vof en X2 vof zijn deels gegrond.

[Bron Uitspraak]

Wetsartikelen:

Algemene wet bestuursrecht 8:75

Algemene wet bestuursrecht 8:73

Algemene wet inzake rijksbelastingen 20

Informatiesoort: VN Vandaag

Rubriek: Bronbelasting, Belastingheffing van motorrijtuigen

Instantie: Rechtbank Zeeland-West-Brabant

Editie: 31 mei

3

Inhoudsopgave van deze editie

Gerelateerde artikelen