Hof 's-Hertogenbosch oordeelt dat de teruggaafverzoeken te laat zijn ingediend en dat geen sprake is van een verschoonbare termijnoverschrijding. X maakt niet aannemelijk dat de aangiften op 6 februari 2020 per post zijn verzonden naar de Belastingdienst.

Stichting X is een ANBI en biedt ondersteunende zorg in een huiselijke omgeving aan mensen in de terminale fase van hun leven. Naar aanleiding van een aanvraag daartoe door X, kent de inspecteur een BTW-nummer toe. De inspecteur nodigt X op 6 december 2019 uit tot het doen van BTW-aangiften, met de opmerking dat deze uiterlijk op 7 februari 2020 bij de inspecteur binnen moeten zijn. X dient de biljetten op 6 februari 2020 in met een verzoek tot teruggaaf van in totaal € 63.000. De inspecteur ontvangt de biljetten pas op 11 februari 2020 en verklaart de teruggaafverzoeken niet-ontvankelijk omdat zij niet binnen de gestelde termijn zijn ingediend. Rechtbank Zeeland-West-Brabant oordeelt dat de aangiften niet tijdig zijn ingediend. Aangezien de ontvangsttheorie geldt, is de dag waarop de aangiften door de inspecteur zijn ontvangen beslissend.

Hof 's-Hertogenbosch oordeelt dat de teruggaafverzoeken te laat zijn ingediend. X maakt niet aannemelijk dat de aangiften op 6 februari 2020 per post zijn verzonden naar de Belastingdienst. De door de inspecteur verstrekte informatie rechtvaardigt het vermoeden dat beide aangiftebiljetten op 11 februari 2020 zijn ontvangen. Ook is geen sprake van een verschoonbare termijnoverschrijding. Dat X geen deskundige is op het gebied van belastingen acht het hof niet van belang. Op beide aangiftebiljetten is namelijk duidelijk vermeld dat de aangifte uiterlijk op 7 februari 2020 binnen moet zijn. Dit kan niet anders worden uitgelegd dan dat de aangiften uiterlijk op 7 februari 2020 door de Belastingdienst moeten zijn ontvangen. Verder heeft X ook haar stelling dat zij de formulieren al op 6 februari 2020 ter post heeft bezorgd niet nader onderbouwd. Het hof bevestigt de uitspraak van de rechtbank.

[Bron Uitspraak]

Wetsartikelen:

Algemene wet inzake rijksbelastingen 10

Wet op de omzetbelasting 1968 31

Wet op de omzetbelasting 1968 15

Instantie: Hof 's-Hertogenbosch

Rubriek: Omzetbelasting, Fiscaal bestuurs(proces)recht

Editie: 28 mei

Informatiesoort: VN Vandaag

310

Inhoudsopgave van deze editie

Gerelateerde artikelen