De Hoge Raad oordeelt dat de Belastingdienst moet kunnen vaststellen wie de afnemer van de oude metalen is. Dit waarborgt namelijk een doeltreffende controle op naleving van de fiscale verplichtingen en een juiste BTW-inning.

De Hoge Raad oordeelt dat de belastingrente berekend over de belasting over een winstjaar niet hoeft te worden verminderd als gevolg van achterwaartse verrekening van een verlies met de winst van dat jaar.

De Hoge Raad oordeelt dat wegens het ontbreken van een Nederlandstalig instructieboekje terecht een aftrek is toegestaan van € 61 (72% van € 85).

Voor de levering van een medisch hulpmiddel dat de arteriële druk meet door middel van infusievloeistof, geldt het verlaagde BTW-tarief. Het hulpmiddel bestaat uit een steriele kit voor eenmalig gebruik bestaande uit een infuus voor de pols en een transducer. Dat staat in een standpunt van de Kennisgroep omzetbelasting algemeen.

Hof Arnhem-Leeuwarden oordeelt dat het verschil in behandeling tussen werkenden en niet-werkenden bij toepassing van de arbeidskorting geen verboden discriminatie oplevert. Er is geen sprake van strijd met internationale verdragen.

Met de roman 'De Onzichtbaren' is btw-specialist Frank Nellen genomineerd voor de Libris Literatuur Prijs 2024, de prijs die maandag 13 mei 2024 live wordt uitgereikt in actualiteitenprogramma Nieuwsuur op NPO2. Dat meldt het FD. De 42-jarige Frank Nellen werkt bij adviesbureau Baker Tilly en is docent belastingrecht aan de Universiteit van Maastricht.

Fiscalist en voormalig bestuursvoorzitter van het Register Belastingadviseurs Fons Overwater vindt dat producten uit de Schijf van Vijf op een btw-tarief van 0 procent moeten worden gezet en ongezond eten op 21 procent. Hij doet een oproep aan de Tweede Kamer die komende donderdag over leefstijlpreventie en de rol van de overheid hierin debatteert: "Dat is een goede gelegenheid om dit voorgestelde tariefverschil bespreekbaar te maken. Het zou een enorme gezondheidswinst opleveren en het kost de overheid niets", aldus Overwater in het FD.

Het EU-richtlijnvoorstel FASTER heeft geen invloed op de Nederlandse maatregelen en het onderzoek naar alternatieve maatregelen om dividendstripping tegen te gaan. Dat staat in de antwoorden van minister Van Weyenberg van Financiën op Kamervragen over de Geannoteerde Agenda van de Eurogroep en Ecofinraad van 13 en 14 mei 2024.

Het Hof van Justitie EU oordeelt dat de uitgiftewaarde van aandelen de BTW-heffingsmaatstaf vormt bij de inbreng van onroerende zaken in ruil voor aandelen. Dit geldt wanneer is overeengekomen dat de tegenprestatie voor die inbreng in het kapitaal zal bestaan uit deze uitgiftewaarde.

Hof Den Haag waarschuwt X bv met betrekking tot het steeds ongepaste taalgebruik van haar gemachtigde dat de “maat vol is” en dat nieuwe ongepaste stukken zonder waarschuwing en mogelijkheid tot herstel buiten beschouwing worden gelaten.

Op 14 mei 2024 spreekt de Ecofinraad over het richtlijnvoorstel snellere en veiligere vermindering te veel ingehouden bronbelasting ('FASTER') met als doel een politiek akkoord te bereiken. Formele aanname door de Raad volgt in een later stadium. Nederland is voornemens om het voorliggende akkoord te steunen. Er is een goede balans bereikt tussen het bestendiger maken van de procedures tegen misbruik, een breder toepassingsbereik voor beleggingsfondsen en een betere uitvoerbaarheid voor belastingdiensten.

De kans bestaat dat het programma Modernisering Omzetbelasting faalt met als gevolg dat de continuïteit van omzetbelastingprocessen in gevaar kan komen en nieuwe wet- en regelgeving nog langere tijd beperkt kan worden doorgevoerd. Dat staat in het definitieve BIT-advies van het Adviescollege ICT-toetsing dat staatssecretaris Van Rij van Financiën naar de Tweede Kamer heeft gestuurd.

De Belastingdienst moet geen overhaaste besluiten nemen bij de aanbesteding van een nieuw ICT-systeem waarmee omzetbelasting geïnd moet worden. De voorbereiding hiertoe is nog onvoldoende, zegt het Adviescollege ICT-toetsing aan demissionair staatssecretaris Marnix van Rij (Belastingdienst). "Wij denken dat als gevolg hiervan de kans bestaat dat dit omvangrijke en kostbare verandertraject faalt waardoor nieuwe wet- en regelgeving nog langere tijd beperkt kan worden doorgevoerd."