Thans stelt de Hoge Raad vast dat het arrest van 17 februari 2023 een fout bevat. In rechtsoverweging 3.2.4. staat namelijk abusievelijk ‘belanghebbende’ in plaats van ‘de Stichting’.

Belanghebbende, X bv, is vermogensbeheerder. Haar activiteiten bestaan onder meer uit ‘arbitrage trading’. X bv kent een aanspraak ingevolge een pensioenregeling toe aan een aantal werknemers en brengt deze (deels) onder bij stichting A. De door X bv aan A ter beschikking gestelde premiebedragen worden door A belegd. X bv fungeert daarbij als vermogensbeheerder, waarvoor A een vergoeding is verschuldigd. De inspecteur legt naheffingsaanslagen loonheffingen op aan X bv, omdat er in zijn ogen sprake is van een onzuivere pensioenregeling. De inspecteur neemt daarbij de ‘actual premium’ en de winstbijschrijvingen in aanmerking. X bv is het daar niet mee eens. Hof Amsterdam oordeelt dat de winstbijschrijvingen, die voortvloeien uit winst die is behaald met de arbitrageactiviteiten, tot de te belasten aanspraak behoren. X bv gaat in cassatie en stelt dat het hof de winstbijschrijvingen ten onrechte heeft aangemerkt als rendementen die door haar aan A zijn gelaten. Op 17 februari 2023 oordeelt de Hoge Raad dat de beslissing van het hof innerlijk tegenstrijdig is. Aan de ene kant zouden de winsten uit de arbitrageactiviteiten niet aan A toekomen maar geheel aan X bv. Deze zou de winsten dan weer aan A doen toekomen. Aan de andere kant zou X bv de activiteiten tegen een vergoeding voor A verrichtten. Het oordeel dat de winsten uit de activiteiten niet aan A toekomen, is niet begrijpelijk. De Hoge Raad verwijst de zaak naar Hof Den Haag.

Thans stelt de Hoge Raad vast dat het arrest van 17 februari 2023 een fout bevat. In rechtsoverweging 3.2.4. staat namelijk abusievelijk ‘belanghebbende’ in plaats van ‘de Stichting’. Deze rechtsoverweging komt daarom als volgt te luiden:

“Voor het geval het Hof daarentegen heeft aangenomen dat de winsten die zijn behaald met de arbitrageactiviteiten geheel aan de Stichting toekomen, houdt zijn oordeel kennelijk in dat die winsten als aangroei van de pensioenaanspraak tot het loon behoren op het moment waarop zij worden bijgeschreven.”

[Bron Uitspraak]

Wetsartikelen:

Wet op de vennootschapsbelasting 1969 5

Wet op de loonbelasting 1964 6

Wet op de loonbelasting 1964 19b

Wet op de loonbelasting 1964 10

Wet op de loonbelasting 1964 19a

Informatiesoort: VN Vandaag

Rubriek: Loonbelasting

Instantie: Hoge Raad

Editie: 15 mei

20

Inhoudsopgave van deze editie

Gerelateerde artikelen