In het tijdschrift Economisch Statistische Berichten staat een artikel over de minder dan verwachte stijging van de belastinginkomsten uit de erfbelasting na een herziening van de Successiewet 1956 in 2010. De Staatssecretaris van Financiën – Fiscaliteit en Belastingdienst, vindt het moeilijk een verklaring hiervoor te geven. Dat blijkt uit zijn reactie op een verzoek van de Vaste commissie voor Financiën van de Tweede Kamer.

Het artikel beschrijft de resultaten van een analyse door de auteurs naar belastinginkomsten uit de erfbelasting over de periode 2007-2020. De auteurs schrijven dat de inkomsten uit de erfbelasting niet zo sterk zijn gestegen als in 2006 door één van hen werd verwacht. Op grond van door hen aangegeven ontwikkelingen verwachtten de auteurs dat de gemiddelde nalatenschap en daarmee de inkomsten uit de erfbelasting over de periode 2007 tot en met 2020 zouden gaan stijgen. De auteurs schrijven dit verschil toe aan de herziening van schenk- en erfbelasting per 2010.

Volgens de staatssecretaris is de mate waarin de herziening van de schenk- en erfbelasting in 2010 aan dit verschil feitelijk heeft bijgedragen echter moeilijk – zo niet onmogelijk – eenduidig vast te stellen.

De auteurs schrijven de stijging van de omvang van het aantal onbelaste nalatenschappen en de afname van belastinginkomsten over belaste nalatenschappen na 2009 toe aan drie ontwikkelingen: (1) de verhoging van de vrijstelling voor met name kinderen en de tariefreducties bij de herziening in 2010, (2) de stijging in het gebruik van de verruimde BOR, en (3) een mogelijke toename in belastingontwijking.

In het artikel leggen de auteurs onder andere een relatie met een toename in ontwijkmogelijkheden. Volgens hen is de aanpak van constructies en afgezonderde particuliere vermogens (apv’s) in de erf- en schenkbelasting weinig effectief gebleken. Volgens de bewindsman zorgen datagebreken in schenk- en erfaangiftedata er echter voor dat de effectiviteit van de aanpak van apv’s lastig bezien kan worden. De gevolgen van de herziening van de Successiewet 2010 zijn niet exact te meten. Al met al is het methodologisch niet eenvoudig – zelfs wanneer deze databeperkingen niet zouden spelen – om een accuraat beeld te vormen van de effecten van een beleidswijziging zoals de herziening in 2010. Feitelijk zou men de situatie zonder de herziening in de erfbelasting willen vergelijken met de situatie met de herziening.

Momenteel werkt de staatssecretaris aan een onderzoek naar de toekomst van de schenk- en erfbelasting dat naar verwachting in 2024 naar de Tweede Kamer gestuurd zal worden.

[Nieuwsbron] [Nieuwsbron]

Informatiesoort: VN Vandaag

Rubriek: Schenk- en erfbelasting

Regelgevende instantie: Ministerie van Financiën

Editie: 15 mei

3

Inhoudsopgave van deze editie

Gerelateerde artikelen