Op de balans van X bv staat per ultimo 2005 een btw-schuld van € 14.918. Naar aanleiding van een boekenonderzoek legt de inspecteur een btw-naheffingsaanslag op voor deze balansschuld. Tevens legt hij een boete van € 7459 op. X bv maakt hiertegen bezwaar. Bij een overleg, in augustus 2011, tussen de dga van X bv en de boetespecialist, komt, over meerdere middelen en jaren, een compromis tot stand, op grond waarvan een boete van € 10.000 wordt opgelegd. X bv is het hier uiteindelijk toch niet mee eens. Hof Arnhem-Leeuwarden oordeelt dat de inspecteur voldoende aannemelijk maakt dat het compromis als verwoord in het rapport van het boekenonderzoek, en in de brief van de inspecteur aan X bv van augustus 2011, tot stand is gekomen door aanvaarding door X bv van het door de inspecteur gedane voorstel. In cassatie stelt X bv dat er geen rechtsgeldig compromis tot stand is gekomen, omdat het niet schriftelijk is vastgelegd.
Advocaat-generaal IJzerman concludeert dat er geen rechtsgeldig compromis tot stand is gekomen. Volgens de A-G vervalt een mondeling aanbod namelijk wanneer het niet onmiddellijk wordt aanvaard. De A-G merkt daarbij op dat X bv het mondelinge aanbod van de boetespecialist niet onmiddellijk heeft aanvaard, en het achteraf ook niet schriftelijk heeft aanvaard. Ook acht de A-G van belang dat volgens de eigen regels van de Belastingdienst de schriftelijke vorm is voorgeschreven. De A-G adviseert de Hoge Raad om het cassatieberoep gegrond te verklaren.
Wetsartikelen:
Algemene wet inzake rijksbelastingen 67f
Informatiesoort: VN Vandaag
Rubriek: Bronbelasting
Instantie: Hoge Raad (Advocaat-Generaal)
Editie: 28 juni