Advocaat-Generaal Kokott is van mening dat de in beginsel verboden beperking voldoende wordt gerechtvaardigd, aangezien buitenlandse dienstverleners slechts kortstondig in Nederland verblijven en moeilijk controleerbaar zijn.
X nv is een betaald voetbalorganisatie (bvo) en is in 2002 en 2004 met een Britse bvo overeengekomen om in Nederland vriendschappelijke wedstrijden te spelen. X nv heeft in verband met deze wedstrijden vergoedingen aan de Britse bvo betaald. Op deze vergoedingen heeft X nv geen loonheffing ingehouden. In geschil zijn de ter zake van deze vergoedingen aan X nv opgelegde naheffingsaanslagen loonbelasting en premie volksverzekeringen. Rechtbank 's-Gravenhage stelt X nv in het gelijk. Hof 's-Gravenhage de inspecteur stelt echter in het gelijk. Volgens de Hoge Raad (V-N 2010/52.19) bestaat er in het licht van de door het HvJ EU gewezen jurisprudentie gerede twijfel of de heffing een beperking is van het vrije EU-verkeer van diensten. De inhoudingsplicht is namelijk niet aan de orde als de dienstverrichter in Nederland is gevestigd. De zaak wordt geschorst totdat de prejudiciële vragen hierover zijn beantwoord.
Advocaat-Generaal Kokott is van mening dat de in beginsel verboden beperking voldoende wordt gerechtvaardigd, aangezien buitenlandse dienstverleners slechts kortstondig in Nederland verblijven en moeilijk controleerbaar zijn. Het maakt niet uit dat de EU-lidstaten elkaar terzake van de invordering bijstand moeten verlenen, mits de onderhavige bronbelasting niet tot een hogere belastingdruk leidt dan voor de eigen ingezetenen. Alleen als de belastingdruk hoger is, moet de Hoge Raad nagaan of verrekening van de bronbelasting in de zetelstaat in bilateraal verband wel wordt toegestaan.
Informatiesoort: VN Vandaag
Rubriek: Europees belastingrecht, Loonbelasting
Editie: 1 februari
Instantie: Hof van Justitie van de Europese Unie (Advocaat-Generaal)