Hof 's-Hertogenbosch oordeelt dat de crisisheffing geen individuele buitensporige last vormt voor X bv. De crisisheffing bedraagt namelijk minder dan 1% van de totale loonsom van X bv over 2012.

X bv verricht werkzaamheden op het gebied van de productie van kalkzandsteen. Over het tijdvak 1 maart - 31 maart 2013 draagt zij € 22.000 aan pseudo-eindheffing hoog loon (crisisheffing) af. X bv is het niet eens met de door haar afgedragen crisisheffing. Volgens X bv is de terugwerkende kracht in strijd met art. 1 EP EVRM. X bv wijst daarbij op de conclusie van A-G Wattel van 18 juni 2015, nr. 15/00340.

Hof 's-Hertogenbosch oordeelt dat de terugwerkende kracht van de crisisheffing niet in strijd is met art. 1 EP EVRM. Het hof verwijst daarbij naar het arrest van de Hoge Raad van 29 januari 2016, nr. 15/00340 (V-N 2016/7.17, TaxVisions editie 5 februari 2016). In dat arrest overweegt de Hoge Raad dat de invoering van de crisisheffing in beginsel niet leidt tot een fair balance tussen de belangen van het betrokken individu en het algemene belang. Er waren volgens de Hoge Raad echter voldoende specifieke en dwingende redenen aanwezig om te komen tot de invoering van de crisisheffing. Dat daarbij wordt geheven over een heffingsgrondslag waarin loon is begrepen dat is genoten vóór de eerste aankondiging van de regeling, heeft de Hoge Raad niet tot een ander oordeel geleid. Het hof ziet geen redenen om af te wijken van het arrest van de Hoge Raad. Daarbij merkt het hof nog op dat de Hoge Raad in het arrest de conclusie van A-G Wattel uitdrukkelijk niet overneemt. Ook is er volgens het hof geen sprake van een individuele en buitensporige last. Volgens het hof bedraagt de crisisheffing voor X bv namelijk minder dan 1% van de totale loonsom over 2012. De crisisheffing is dan in relatieve en absolute zin niet dermate omvangrijk dat sprake is van een individuele en buitensporige last. Dat de fiscale winst van de fiscale eenheid waartoe X bv behoort met ruim € 20 miljoen is gedaald van € 8 mln in 2012 naar € 12 mln (negatief) in 2013 acht het hof niet van belang, X bv maakt namelijk niet aannemelijk dat de bedrijfsvoering en de continuïteit van de onderneming zijn verslechterd in de jaren na 2013.

Lees ook het thema: Eindheffingen: Loonbelasting heffen van de werkgever

[Bron Uitspraak]

Wetsartikelen:

Wet op de loonbelasting 1964 32bd

Informatiesoort: VN Vandaag

Rubriek: Loonbelasting

Instantie: Hof 's-Hertogenbosch

Editie: 6 september

2

Inhoudsopgave van deze editie

Gerelateerde artikelen