C houdt de aandelen in belanghebbende, X bv. X bv wordt op 1 april 2016 failliet verklaard. Aan X bv is een naheffingsaanslag dividendbelasting 2013 opgelegd. Zowel C als Q, de curator, dienen een beroepschrift in tegen de uitspraak op bezwaar inzake deze naheffingsaanslag. Q geeft daarbij aan dat hij de beroepsprocedure wel wil overnemen als C hem de gronden van het beroep meedeelt en een depot van € 5000 stort op de boedelrekening van X bv. Op het verzoek van Q verleent rechtbank Oost-Brabant aan hem toestemming om de beroepsprocedures inzake de naheffingsaanslagen dividendbelasting 2013 en 2014 over te nemen en in te trekken. Vervolgens verklaart rechtbank Oost-Brabant het tegen deze beslissing ingestelde hoger beroep van C / X bv niet-ontvankelijk. In deze procedure (voor Rechtbank Noord-Holland) is in geschil of de beroepen ontvankelijk zijn en of Q de beroepen rechtsgeldig heeft ingetrokken. Q stelt daarbij dat C niet bevoegd is om beroep in te stellen, en dat hij de beroepen heeft overgenomen en ingetrokken.
Rechtbank Noord-Holland oordeelt dat de curator het door hemzelf ingestelde (pro forma) beroep rechtsgeldig heeft ingetrokken. Vervolgens stelt de rechtbank vast dat C als bestuurder betrokken was bij X bv toen zij in staat van faillissement kwam te verkeren, en dat het belang van C rechtstreeks betrokken is bij de vereffening voordat deze is beëindigd. De rechtbank verwerpt dan ook de stelling dat C niet bevoegd is om namens X bv beroep in te stellen. Ook is de rechtbank van mening dat de door C ingestelde beroepen niet rechtsgeldig zijn ingetrokken. De rechtbank gaat er daarbij vanuit dat Q met zijn bericht tot overname en onmiddellijke intrekking in feite te kennen geeft dat hij de ingestelde beroepen niet zal overnemen. Verder is daarbij van belang dat benadeling van de boedel door voortzetting van het beroep niet mogelijk is. Tenslotte wijst de rechtbank ook het verzoek van de inspecteur tot ontslag van instantie af, omdat het belang van C / X bv bij voortzetting zwaarder weegt dan het belang van de inspecteur bij beëindiging van de procedure.
Wetsartikelen:
Algemene wet bestuursrecht 8:22
Informatiesoort: VN Vandaag
Rubriek: Bronbelasting, Civiel recht algemeen
Instantie: Rechtbank Noord-Holland
Editie: 13 november