Rechtbank Noord-Holland beslist dat een digitale omgeving bij een lesmethode een zelfstandige prestatie is. Voor de gemiddelde afnemer dient de licentie een afzonderlijk belang. Ook de aparte vergoeding en de keuze van afnemers ondersteunen dat. Het lage BTW-tarief is niet van toepassing.

Belanghebbende (X) levert een lesmethode waarmee jonge kinderen een basiswoordenschat opbouwen. Aanvullend kunnen afnemers een licentie op een digitale omgeving afnemen, waarmee kinderen die meer oefening nodig hebben dat in spelvorm aangeboden krijgen. De vorderingen worden direct verwerkt, waardoor de leerkracht direct de vorderingen kan zien. De kosten van de digitale omgeving bedragen 10 tot 15% van de kosten van de lesmethode zelf. X past op de vergoeding voor de digitale methode het lage BTW-tarief toe.

Rechtbank Noord-Holland beslist dat het lage BTW-tarief niet van toepassing is op de digitale omgeving. De digitale omgeving is geen bijkomende prestatie bij de lesmethode. De licentie dient een afzonderlijk belang ten opzichte van het lesmateriaal vanuit het perspectief van de gemiddelde afnemer. Daarnaast zijn de aparte vergoeding voor de licentie en de keuze die scholen hebben om de licentie al of niet aan te schaffen aanwijzingen dat sprake is van een zelfstandige prestatie. Het algemene tarief is dus van toepassing op de digitale omgeving.

Lees ook het thema Onderwijsvrijstelling: vrijgesteld van btw of toch belast?

[Bron Uitspraak]

Wetsartikelen:

Besluit toelichting op de reikwijdte en toepassing van Tabel I bij de Wet op de omzetbelasting 1968 30

Wet op de omzetbelasting 1968 9

Informatiesoort: VN Vandaag

Rubriek: Omzetbelasting

Instantie: Rechtbank Noord-Holland

Editie: 28 februari

185

Inhoudsopgave van deze editie

Gerelateerde artikelen