Advocaat-generaal Wathelet concludeert dat Duitsland niet de op haar rustende verplichtingen is nagekomen. Duitsland beperkt namelijk ten onrechte de btw-vrijstelling voor ZGP's tot groeperingen van bepaalde beroepsgroepen.

De Europese Commissie start een precontentieuze procedure tegen Duitsland. Volgens de EC zijn de Duitse wettelijke bepalingen inzake de btw-vrijstelling voor diensten van zelfstandige groeperingen van personen (ZGP's) namelijk niet verenigbaar met de Btw-richtlijn. Het betreft ZGP's die een activiteit uitoefenen die is vrijgesteld of waarvoor zij niet belastingplichtig zijn, teneinde aan hun leden de diensten te verlenen die direct nodig zijn voor de uitoefening van die activiteit. Duitsland beperkt deze vrijstelling namelijk tot de diensten van ZGP's waarvan de leden activiteiten of beroepen uitoefenen op het gebied van de gezondheidszorg. Volgens de EC geldt deze vrijstelling echter niet alleen voor groeperingen van bepaalde beroepsgroepen, maar voor alle ZGP's, wanneer de betrokkenen zijn vrijgesteld van btw of niet belastingplichtig zijn voor de activiteit die zij uitoefenen.

Advocaat-generaal Wathelet concludeert dat Duitsland niet de op haar rustende verplichtingen is nagekomen. Volgens de A-G beperkt Duitsland namelijk ten onrechte de btw-vrijstelling voor ZGP's tot groeperingen van bepaalde beroepsgroepen. De A-G is van mening dat, ondanks de gebreken van de tekst van de btw-richtlijn, de vrijstelling niet kan worden beperkt tot activiteiten van algemeen belang en al helemaal niet tot alleen de gezondheidssector.

[Nieuwsbron]

Informatiesoort: VN Vandaag

Rubriek: Europees belastingrecht, Omzetbelasting

Instantie: Hof van Justitie van de Europese Unie (Prejudiciële vraag)

Editie: 7 april

5

Inhoudsopgave van deze editie

Gerelateerde artikelen