Metropol Spielstätten Unternehmergesellschaft (haftungsbeschränkt) exploiteert in Duitsland speelautomaten in zeven speelautomatenhallen. De exploitatie van deze speelautomaten is onderworpen aan een vermakelijkheidsbelasting, die wordt berekend aan de hand van een tarief en een maatstaf van heffing die per gemeente verschilt. Volgens Metropol is de wijze van belastingheffing over de omzet uit de exploitatie van speelautomaten in strijd met het EU-recht. De Duitse rechter heeft prejudiciële vragen in deze zaak gesteld.
Het Hof van Justitie EU (HvJ EU) oordeelt dat de btw en de Duitse vermakelijkheidsbelasting op kansspelen cumulatief mogen worden geheven, mits deze laatste belasting niet het karakter van een omzetbelasting bezit. Verder overweegt het HvJ EU nog dat EG-richtlijn 2006/112 zich niet verzet tegen een nationale bepaling of praktijk op grond waarvan bij de exploitatie van speelautomaten waarmee geld kan worden gewonnen de kasontvangsten van een bepaalde periode worden gehanteerd als maatstaf van heffing.
Informatiesoort: VN Vandaag
Rubriek: Europees belastingrecht
Instantie: Hof van Justitie van de Europese Unie
Editie: 29 oktober