ZEPAK SA houdt de aandelen in Pak-Holdco sp. zoo en Elektrowna Pątnów II sp. zoo (EP II). Op 17 augustus 2005 draagt ZEPAK, via een inbreng in natura, alle aandelen die zij in EP II bezit over aan Pak-Holdco. De volgende dag verhoogt Pak-Holdco haar kapitaal voor de waarde van deze inbreng in natura, waarbij de waarde van de aandelen die ZEPAK in Pak-Holdco aanhoudt, wordt vermeerderd met de waarde van de aandelen die ZEPAK voorheen in EP II bezat. Aangezien deze transactie een wijziging van de vennootschapsakte van Pak-Holdco vormt, wordt daarover een Poolse belasting op civielrechtelijke handelingen tegen het tarief van 0,50% geheven. Volgens Pak-Holdco is de heffing echter in strijd met art. 7 lid 1 EG-richtlijn 69/335. De Poolse rechter heeft prejudiciële vragen in deze zaak gesteld.
Het Hof van Justitie EU (HvJ EU) oordeelt dat art. 7 lid 1 EG-richtlijn 69/335 ten aanzien van de Republiek Polen, die met ingang van 1 mei 2004 is toegetreden tot de Europese Unie, zo moet worden uitgelegd dat de daarin voorziene verplichte vrijstelling alleen geldt voor de verrichtingen die binnen de werkingssfeer van deze richtlijn vallen en die op 1 juli 1984 in Polen waren vrijgesteld van het kapitaalrecht of aan dit recht waren onderworpen tegen een verlaagd tarief van ten hoogste 0,50%. Het HvJ EU merkt hierbij op dat de referentiedatum van 1 juli 1984, die is bepaald in art. 7 lid 1 EG-richtlijn 69/335, ook geldt voor de Republiek Polen. Volgens het HvJ EU geldt bij gebreke van een andersluidende regeling in de toetredingsakte tot de Unie of in een andere handeling van de Unie in geval van toetreding tot de Unie de verwijzing in het Unierecht naar een bepaalde datum namelijk ook voor de toetredende lidstaat, zelfs als die datum vóór de datum van toetreding ligt.
Informatiesoort: VN Vandaag
Rubriek: Europees belastingrecht
Instantie: Hof van Justitie van de Europese Unie