Belanghebbende, X bv, wisselt per 1 januari 2020 van verzekeraar. Tot die datum was X bv eigenrisicodrager voor de WGA. Door miscommunicatie tussen de nieuwe verzekeraar en de adviseur van X bv wordt niet tijdig een garantieverklaring afgegeven aan de inspecteur. De inspecteur verstuurt daarom een mededeling ‘einde eigenrisicodrager WGA’ aan X bv en geeft een beschikking gedifferentieerd premiepercentage Whk 2020 af aan X bv. In deze beschikking gaat de inspecteur ervan uit dat X bv per 1 januari 2020 publiek verzekerd is voor de WGA. X bv verzoekt om coulance en overlegt bij de motivering van haar bezwaarschrift in mei 2020 een garantieverklaring.
Rechtbank Gelderland oordeelt dat de inspecteur het eigenrisicodragerschap voor de WGA van X bv terecht per 1 januari 2020 heeft beëindigd. Het arrest van de Hoge Raad waar X bv naar verwijst heeft betrekking op een specifieke situatie in het overgangsjaar 2016/2017. Daarnaast merkt de Hoge Raad in dat arrest op dat de omissie zo spoedig als redelijkerwijs mogelijk is moet worden hersteld. Daar is volgens de rechtbank in dit geval geen sprake, aangezien de garantieverklaring pas in mei 2020 is verstrekt. Ook rust op de inspecteur geen verplichting om actief te onderzoeken waarom de garantieverklaring van de oude verzekeraar is ingetrokken. Het gelijk is aan de inspecteur.
Wetsartikelen:
Wet financiering sociale verzekeringen 38
Informatiesoort: VN Vandaag
Rubriek: Premieheffing, Sociale zekerheid arbeidsongeschiktheid
Instantie: Rechtbank Gelderland
Editie: 6 april