X bv exploiteert een gemeenschapshuis, dat ze huurt van de gemeente. Voor de btw-heffing hebben X bv en de gemeente geopteerd voor belaste verhuur. Volgens X bv is de exploitatie van het gemeenschapshuis volledig btw-belast, en heeft zij dan ook recht op aftrek van alle voorbelasting. Naast de terbeschikkingstelling van de ruimten verricht X bv namelijk nog enkele andere diensten aan de gebruikers, zoals het welkom heten van bezoekers en schoonmaak en beheer van de zalen. De inspecteur is echter van mening dat niet alle btw aftrekbaar is. Uiteindelijk betreft het geschil de verhuur van enkele vergaderruimten en de concert-/theaterzaal. Volgens de inspecteur is daarbij slechts sprake van verhuur. X meent dat er sprake is van ‘verhuur-plus'.
Rechtbank Zeeland-West-Brabant oordeelt dat het geheel van de activiteiten van X bv jegens de gebruikers als één prestatie moet worden beschouwd. Volgens de rechtbank is deze dienst niet aan te merken als de verhuur van een onroerende zaak, maar is er sprake van een dienst van eigen aard. De rechtbank wijst er daarbij op dat de handelingen die X bv verricht, en ook de daarmee samenhangende personele inzet, erop zijn gericht om de verschillende soorten specifiek gebruik van de vergaderzalen door de gebruikers te faciliteren. Deze dienstverlening is dan belast met btw. Hetzelfde geldt voor de terbeschikkingstelling van de concert-/theaterzaal. Het gelijk is aan X bv.
Wetsartikelen:
Wet op de omzetbelasting 1968 15
Informatiesoort: VN Vandaag
Rubriek: Omzetbelasting
Instantie: Rechtbank Zeeland-West-Brabant
Editie: 28 juli