X verzoekt op 4 januari 2017 om teruggave van inkomensafhankelijke bijdrage Zorgverzekeringswet (hierna: Zvw) over het jaar 2012 op grond van de Buitenlandregeling. De inspecteur merkt dit verzoek aan als bezwaarschrift. Bij uitspraak op bezwaar van 14 februari 2017 wordt het bezwaar niet-ontvankelijk verklaard vanwege termijnoverschrijding. Vervolgens merkt de inspecteur het bezwaar aan als een verzoek om ambtshalve te herzien en verleent hij X een teruggave van € 1020. X gaat in beroep.
Volgens Rechtbank Gelderland is zij bevoegd kennis te nemen van het beroep omdat de inspecteur uitspraak op bezwaar heeft gedaan. In de Zvw is echter niet bepaald dat de beslissing op een teruggaafverzoek overeenkomstig de Buitenlandregeling voor bezwaar vatbaar is. Er is alleen bezwaar mogelijk tegen de aanslag inkomensafhankelijke bijdrage Zvw. In zoverre heeft de inspecteur terecht ambtshalve eenbeslissing gegeven. Hiertegen kan X niet opkomen bij de belastingrechter maar moet hij een civiele procedure starten. De inspecteur heeft het teruggaafverzoek echter tevens als bezwaar opgevat. Hiermee is de rechtsbescherming van X gediend. Als er namelijk sprake is van een ontvankelijk bezwaar kan de beslissing van de inspecteur aan de belastingrechter worden voorgelegd. Het bezwaarschrift van X is volgens de rechtbank echter (ver) buiten de bezwaartermijn, die eindigde op 11 februari 2013, binnengekomen. De termijnoverschrijding is niet verschoonbaar. De inspecteur heeft het bezwaar terecht niet-ontvankelijk verklaard. Het beroep van X is ongegrond. De inspecteur moet X wel het griffierecht vergoeden omdat hij de zaken voor X nodeloos ingewikkeld heeft gemaakt.
Wetsartikelen:
Algemene wet inzake rijksbelastingen 26
Algemene wet bestuursrecht 6:11
Algemene wet bestuursrecht 6:9
Algemene wet bestuursrecht 6:7
Informatiesoort: VN Vandaag
Rubriek: Bronbelasting, Loonbelasting
Instantie: Rechtbank Gelderland
Editie: 28 juli