Belanghebbende, X, start in het jaar 2006 met de exploitatie van een minicamping. Daartoe heeft X onder meer geïnvesteerd in grond, een schuur, een kantine, sanitair, inventaris, twee caravans en een personenauto. Ter financiering hiervan heeft X een hypothecaire geldlening opgenomen. Op 15 mei 2007 is de minicamping geopend. In zijn aangifte inkomstenbelasting/premie volksverzekeringen voor het jaar 2006 geeft X een verlies uit onderneming aan. De exploitatie leidt ook in 2007 en 2008 tot een negatieve resultaten. X heeft in het jaar 2008 een subsidie ontvangen. De inspecteur concludeert naar aanleiding van een boekenonderzoek dat de exploitatie van de minicamping geen bron van inkomen vormt. Het exploitatieverlies, de investeringsaftrek, de zelfstandigenaftrek en de startersaftrek worden niet in aftrek toegelaten. De rechtbank verklaart het beroep van X ongegrond. X komt in hoger beroep.
Hof Leeuwarden overweegt dat de inspecteur het verlies terecht niet in aftrek heeft toegelaten omdat er in dit geval geen sprake is van een objectieve voordeelsverwachting. Dat geldt ook als de financieringslasten uit de (negatieve) resultaten zouden worden geëlimineerd. Ook de in het jaar 2008 ontvangen subsidie doet hier niet aan af. Los van de vraag of deze moet worden afgeboekt op de investeringen, geldt dat de subsidie een te incidenteel karakter heeft. Het hoger beroep is ongegrond.