Belanghebbende, X, laat een gemachtigde beroep instellen tegen een uitspraak op bezwaar van de gemeente Bergeijk.
Rechtbank Oost-Brabant oordeelt dat de gemachtigde van X de fatsoensnormen heeft geschonden door zeer kort van tevoren zonder opgaaf van redenen mee te delen niet op zitting te kunnen verschijnen. De gemachtigde heeft in het geheel niet gereageerd op een verzoek van deze rechtbank en daarmee met name de heffingsambtenaar lange tijd in onzekerheid gelaten over de vraag of de zaak ter zitting zou worden behandeld. De zeer late afmelding door de gemachtigde is des te kwalijk nu de zaak enkel ter zitting is behandeld omdat de gemachtigde niet de benodigde toestemming voor het achterwege laten van een zitting heeft gegeven. De rechtbank kan aan de proceshouding van de gemachtigde van X geen gevolgen verbinden. De rechtbank stelt X in het gelijk door te oordelen dat het Besluit proceskosten bestuursrecht geen ruimte biedt voor het toepassen van een wegingsfactor van 0,5 voor telefonisch horen in de bezwaarfase in een zaak die zelf een wegingsfactor van 1 heeft. Vanwege samenhang met een andere beroepszaak beperkt de rechtbank de proceskostenvergoeding van X.
Wetsartikelen:
Algemene wet bestuursrecht 7:15 en 8:75