X Holding bv is lid van coöperatie D ua en bezit tevens 24 van de 3000 geplaatste aandelen in E Beheer bv. Begin 2007 besluiten D ua en E Beheer bv om te fuseren. Eind 2007 draagt X Holding bv haar aandelen in E Beheer bv over aan D ua tegen bijschrijving van de nominale waarde van die aandelen op haar ledenrekening. In geschil is of sprake is van een kwalificerende aandelenfusie in de zin van art. 3.55 Wet IB 2001. Rechtbank Haarlem oordeelt dat de bijschrijving op de ledenrekening geen uitgifte is van bewijzen van deelgerechtigdheid, zodat er geen sprake is van een aandelenfusie. X Holding bv gaat in sprongcassatie.
De Hoge Raad oordeelt dat Nederland niet in gebreke is gebleven bij het uitvoeren van de Fusierichtlijn en dat de fusie ook voor het overige niet fiscaal gefacilieerd kan worden. De wettelijke bepalingen die gelden voor een coöperatie naar Nederlands recht, houden niet in dat deze rechtspersoon uit hoofde van zijn wettelijke structuur een in aandelen of soortgelijke deelgerechtigdheden verdeeld kapitaal heeft. Indien deze rechtspersoon, bij gebreke van een daartoe strekkende andersluidende eigen statutaire regeling, niet een op die wijze verdeeld kapitaal heeft, kan van de uitgifte van bewijzen van deelgerechtigdheid als bedoeld in de Fusierichtlijn geen sprake zijn. Dat geldt evenzeer voor bijschrijvingen op individuele ledenrekeningen van de coöperatie, nog daargelaten of een dergelijke bijschrijving zou kunnen worden aangemerkt als een ‘uitgifte'. Ambtshalve wordt overwogen dat X Holding bv niet voor de rechtbank heeft aangevoerd dat bij D ua sprake is van de bijzonderheid dat zij wel een in aandelen onderscheidenlijk deelgerechtigdheden verdeeld kapitaal heeft. Het beroep van X Holding bv is ongegrond.
Informatiesoort: VN Vandaag
Rubriek: Inkomstenbelasting, Europees belastingrecht, Vennootschapsbelasting
Instantie: Hoge Raad