Rechtbank Den Haag oordeelt dat de inspecteur aan X vanwege het niet betalen van de motorrijtuigenbelasting terecht een naheffingsaanslag en een boete heeft opgelegd. Het beroep van X is wel gegrond omdat de inspecteur de bezwaarkostenvergoeding te laag heeft vastgesteld.

Belanghebbende, X, verzuimt de motorrijtuigenbelasting voor het tijdvak 3 juli 2015 tot en met 2 oktober 2015 tijdig te voldoen. De inspecteur legt een naheffingsaanslag op van € 31 met een boete van € 158. In bezwaar vermindert de inspecteur de boete naar € 52 en kent hij een bezwaarkostenvergoeding toe van € 60,25 (1 proceshandeling x wegingsfactor 0,25 x € 242).

Rechtbank Den Haag oordeelt dat de inspecteur aan X vanwege het niet betalen van de motorrijtuigenbelasting terecht een naheffingsaanslag en een boete heeft opgelegd. De enkele stelling van X dat hij de rekening niet zou hebben ontvangen, maakt, mede gelet op het feit dat er sprake is van een tweede verzuim, niet dat er sprake is van feiten of omstandigheden die een beroep op afwezigheid van alle schuld doen slagen. Het beroep van X is wel gegrond omdat de inspecteur de bezwaarkostenvergoeding te laag heeft vastgesteld. De inspecteur heeft verzuimd om voor de (telefonische) hoorzitting een punt toe te kennen en heeft ten onrechte gerekend met een wegingsfactor van 0,25 in plaats van 1.

[Bron Uitspraak]

Wetsartikelen:

Algemene wet bestuursrecht 7:15-2

Algemene wet inzake rijksbelastingen 67c

Informatiesoort: VN Vandaag

Rubriek: Bronbelasting

Instantie: Rechtbank Den Haag

Editie: 17 maart

4

Inhoudsopgave van deze editie

Gerelateerde artikelen