Rechtbank Arnhem oordeelt, mede uit eigen waarneming, dat er sprake is van een bestelauto die door aard of inrichting uitsluitend of nagenoeg uitsluitend geschikt is voor vervoer van goederen.

Belanghebbnde, de heer X, is als loodgieter/meewerkend voorman in loondienst bij B bv. De bv stelt aan X een bestelauto, merk Ford, type Transit, ter beschikking. De auto heeft twee stoelen in de cabine en achter een afgesloten laadruimte. X mag de auto voor privédoeleinden gebruiken. X beschikt zelf in privé over een personenauto. De inspecteur heeft in januari 2006 op verzoek van X een "verklaring geen privégebruik auto" (art. 13bis Wet LB 1964) afgegeven. Na een waarneming ter plaatse op een bouwlocatie medio 2007 stelt de inspecteur echter dat X moet bewijzen dat hij op jaarbasis niet meer dan 500 km privé met de auto per jaar rijdt. In geschil zijn de vervolgens opgelegde naheffingsaanslagen loonheffing en zorgverzekeringswet over 2007 en 2008, alsmede de vergrijpboetes van 25%. Ter zitting vindt een descente plaats op een parkeerplaats in de nabijheid van het Paleis van Justitie. Hierbij wordt de auto bezichtigd.

Rechtbank Arnhem oordeelt uit eigen waarneming, de door X ingebrachte foto's en zijn verklaringen dat er sprake is van een bestelauto die door aard of inrichting uitsluitend of nagenoeg uitsluitend geschikt is voor vervoer van goederen. De cabine is namelijk stoffig, vies en rommelig, zodat deze ongeschikt is voor vervoer van personen, anders dan in het kader van het werk. De laadruimte is voorzien van een vaste stelling en daardoor ook uitsluitend geschikt voor vervoer van materialen en gereedschap. Het beroep van X is gegrond.

[Bron Uitspraak]

Informatiesoort: VN Vandaag

Rubriek: Loonbelasting

Instantie: Rechtbank Arnhem

3

Gerelateerde artikelen