Hof Den Haag oordeelt dat de inspecteur niet aannemelijk maakt dat X, die te kampen heeft met psychische klachten, opzettelijk onjuiste btw-aangiften heeft gedaan.

X vraagt in haar aangifte omzetbelasting over de eerste twee kwartalen van 2011 bedragen aan omzetbelasting terug van € 553 respectievelijk € 2985. In geschil is of de inspecteur terecht een boete heeft opgelegd toen hij deze bedragen nahief.

Hof Den Haag oordeelt dat de inspecteur niet aannemelijk maakt dat X, die te kampen heeft met psychische klachten, opzettelijk onjuiste btw-aangiften heeft gedaan. De stelling van de inspecteur dat 'niet is gebleken dat X telkenmale bij het indienen van de aangifte in een psychose verkeerde' doet daar onvoldoende aan af. Er is volgens het hof onvoldoende grond om aan te nemen dat X geen last had van de gestelde psychische klachten bij het indienen van de teruggaafverzoeken. Uit brieven van twee behandelaars van een GGZ-instelling, is bovendien af te leiden dat een aanmerkelijke kans bestond dat X ten tijde van het doen van aangifte last had van psychische klachten en daardoor (mogelijk) onjuiste teruggaafverzoeken heeft ingediend. Daarbij komt dat de inspecteur van mening is dat bij het bepalen van de hoogte van de boete wél rekening moet worden gehouden met de persoonlijke omstandigheden van X dan wel de medische omstandigheden. Het hof verklaart het hoger beroep van X gegrond en vernietigt de boete.

[Bron Uitspraak]

Wetsartikelen:

Algemene wet inzake rijksbelastingen 67f

Informatiesoort: VN Vandaag

Rubriek: Bronbelasting

Instantie: Hof Den Haag

Editie: 25 maart

11

Inhoudsopgave van deze editie

Gerelateerde artikelen