Hof Arnhem-Leeuwarden oordeelt in hoger beroep dat de brieven van inspecteur redelijkerwijs niet kunnen worden aangemerkt als uitspraken op bezwaar. In de brieven is namelijk vermeld dat de 'officiële uitspraak' later wordt toegezonden en er ontbreekt een rechtsmiddelverwijzing.

Aan de heer X zijn IB-aanslagen over de jaren 2006 en 2007 opgelegd. Hof Arnhem (9 oktober 2012, nrs. 12/00087 en 12/00088) wijst de zaken terug naar de inspecteur om nieuwe uitspraken op bezwaar te doen. X deelt op 17 juni 2013 aan de inspecteur mee dat hij in gebreke is met het doen van uitspraken op bezwaar. Bij brieven van 26 juni 2013 komt de inspecteur (deels) aan de bezwaren van X tegemoet. In deze brieven wordt verwezen naar de nog door X te ontvangen officiële uitspraken op bezwaar. Op 2 juli 2013 tekent X bij de rechtbank beroep aan wegens het niet tijdig doen van uitspraken op bezwaar. De uitspraken op bezwaar worden op 11 juli 2013 en 19 juli 2013 ter post bij X bezorgd. In geschil is of de inspecteur dwangsommen is verschuldigd en de hoogte van de immateriële schadevergoeding. Volgens Rechtbank Gelderland is de inspecteur geen dwangsommen verschuldigd en heeft X recht op een immateriële schadevergoeding van € 1000. X gaat in hoger beroep en eist tevens een schadevergoeding wegens rentederving. Hof Arnhem-Leeuwarden oordeelt dat de brieven van 26 juni 2013 redelijkerwijs niet kunnen worden aangemerkt als uitspraken op bezwaar. In de brieven is namelijk vermeld dat de 'officiële uitspraak' later wordt toegezonden en er ontbreekt een rechtsmiddelverwijzing. Het doet er niet toe dat de brieven reeds de motivering van de latere uitspraken bevatten. De termijn van twee weken waarbinnen de inspecteur nieuwe uitspraken op bezwaar had moeten nemen, is geëindigd op 1 juli 2013. De inspecteur verbeurt daarom € 600 (€ 200 + € 400) aan dwangsommen. Ten aanzien van de overschrijding van de redelijke termijn stelt X vergeefs dat de immateriële schadevergoeding € 2000 moet zijn, omdat het twee aanslagen betreft. X verklaart namelijk op de zitting dat beide zaken betrekking hebben op hetzelfde onderwerp. Gelet daarop heeft de rechtbank terecht slechts eenmaal een schadevergoeding van € 1000 toegekend. X heeft voorts recht op een schadevergoeding wegens rentederving van € 2472 omdat de inspecteur pas door de nieuwe uitspraken op bezwaar de verliezen juist heeft vastgesteld, waarna op dat moment pas teruggaven konden volgen door de (achterwaartse) verliesverrekening. Het beroep van X is deels gegrond.

[Bron Uitspraak]

Wetsartikelen:

Europees Verdrag tot bescherming van de rechten van de mens en de fundamentele vrijheden 6

Algemene wet bestuursrecht 8:73

Algemene wet bestuursrecht 4:13

Informatiesoort: VN Vandaag

Rubriek: Bronbelasting, Inkomstenbelasting

Instantie: Hof Arnhem-Leeuwarden

Editie: 25 maart

3

Inhoudsopgave van deze editie

Gerelateerde artikelen