X vraagt een vergunning aan voor de bouw van een schuur. Zij ontvangt hiervoor een legesnota. Nadat de gemeente Losser de vergunning heeft geweigerd, vraagt X een nieuwe vergunning aan waarvoor ze opnieuw leges moet betalen. In geschil is of deze tweede legesnota terecht is, nu Rechtbank Almelo heeft geoordeeld dat de gemeente de eerste aanvraag van X niet had mogen weigeren. De gemeente heeft de tweede legesnota met 25% verminderd omdat X haar tweede aanvraag heeft ingetrokken.
Hof Arnhem-Leeuwarden (MK II, 29 juli 2014, 14/00255, V-N Vandaag 2014/1640) oordeelt dat X terecht ook leges moet betalen voor de tweede bouwaanvraag, ook nu gebleken is dat de gemeente de eerste bouwvergunning ten onrechte heeft geweigerd. X heeft bewust ervoor gekozen een tweede aanvraag in te dienen, in plaats van de uitkomst van de procedure tegen de weigering van de gemeente hem een bouwvergunning - naar aanleiding van de eerste aanvraag - te verlenen, af te wachten, aldus het hof. Nu de tweede aanvraag door de gemeente in behandeling is genomen, is X leges verschuldigd. De Hoge Raad oordeelt dat de middelen of klachten niet tot cassatie kunnen leiden (art. 81 Wet RO).
Wetsartikelen:
Informatiesoort: VN Vandaag
Rubriek: Belastingen van lagere overheden
Instantie: Hoge Raad
Editie: 25 maart