De Hoge Raad oordeelt dat geen cassatieberoep openstaat tegen een verzet dat gegrond is verklaard, maar waar geen proceskostenvergoeding is toegekend.

X doet verzet tegen een uitspraak van Rechtbank Gelderland van 23 juli 2015 waarin het beroep van X niet-ontvankelijk is verklaard. De rechtbank verklaart het verzet van X gegrond. De uitspraak van 23 juli 2015 komt te vervallen en het onderzoek moet worden voortgezet in de stand waarin het zich bevond. X gaat in cassatie omdat in de uitspraak op verzet geen proceskostenvergoeding aan hem is toegekend.

De Hoge Raad oordeelt dat geen cassatieberoep openstaat tegen een verzet dat gegrond is verklaard, maar waar geen proceskostenvergoeding is toegekend. Op grond van art. 8:55 lid 7 letters a en b Awb is cassatie namelijk alleen mogelijk tegen uitspraken die strekken tot niet-ontvankelijkverklaring of ongegrondverklaring van het verzet. Tegen een gegrond verzet staat geen cassatieberoep open, ook niet wanneer geen proceskostenvergoeding is toegekend. Het cassatieberoep van X is niet-ontvankelijk. Ten overvloede overweegt de Hoge Raad dat een uitspraak over de proceskosten op zichzelf aangehouden mag worden tot de uitspraak in de hoofdzaak (HR 18 februari 2011, nr. 10/00480, BNB 2011/114), maar dat het de voorkeur verdient dat de rechter een veroordeling in de proceskosten reeds opneemt in de uitspraak op het verzet.

[Bron Uitspraak]

Wetsartikelen:

Algemene wet bestuursrecht 8:55

Informatiesoort: VN Vandaag

Rubriek: Bronbelasting

Instantie: Hoge Raad

Editie: 15 februari

1

Inhoudsopgave van deze editie

Gerelateerde artikelen