A-G Pauwels is van mening dat het bewijsoordeel van het hof over opzet is gebaseerd op een aan het hof voorbehouden waardering van de aangevoerde bewijsmiddelen.

Twee bestuurders (X1 en X2) hebben een ‘Profit Sharing Loan Agreement’ gevestigd met een grote multinational. Zij ontvangen hierdoor in 2011 miljoenen als variabel deel van hun arbeidsbeloningen. De uitbetaling loopt via hun ltd’s op Guernsey, die volgens de inspecteur echter in Nederland zijn gevestigd. Op die manier zou Nederlandse VPB zijn ontgaan (zie 22/01363). In geschil is of terecht deelnemers(vergrijp)boeten aan X1 en X2 zijn opgelegd van respectievelijk € 3.634.287 en € 9.055.093. Rechtbank Den Haag vernietigt de boeten, omdat de ltd's enkel zijn opgericht om de gevolgen van de per 1 januari 2009 ingevoerde lucratief-belangregeling te verzachten. Volgens Hof Den Haag maakt de inspecteur niet aannemelijk dat het aan (voorwaardelijk) opzet of grove schuld van X1 en X2 als feitelijk leidinggevers of medeplegers is te wijten dat te weinig VPB is geheven. Bij het opzetten van de structuur is namelijk beoogd om voldoende substance op Guernsey te creëren. De liquidatie van de ltd's in 2012 is ook niet gebeurd om het opleggen van de VPB-navordering te voorkomen. De liquidaties waren nodig om de liquidatieverliezen te kunnen terugwentelen naar 2011. De Staatssecretaris van Financiën gaat in cassatie.

Advocaat-Generaal Pauwels is van mening dat het bewijsoordeel van het hof over opzet is gebaseerd op een aan het hof voorbehouden waardering van de aangevoerde bewijsmiddelen. Het is toereikend gemotiveerd en het is ook niet onbegrijpelijk. Het oordeel van het hof over grove schuld is gebaseerd op een aan het hof voorbehouden uitleg van de gedingstukken. Ook dit oordeel is toereikend gemotiveerd en niet onbegrijpelijk. De incidentele cassatieberoepen van X1 en X2 over de toegekende proceskostenvergoedingen van € 20.000 zijn volgens de A-G ongegrond. X1 en X2 stellen vergeefs dat het Begaclaim-arrest (HR 13 oktober 2006, C05/024HR, NJ 2007, 432) toegepast had moeten worden.

[Bron Uitspraak]

Wetsartikelen:

Algemene wet inzake rijksbelastingen 67e

Algemene wet bestuursrecht 5:1

Informatiesoort: VN Vandaag

Rubriek: Inkomstenbelasting, Vennootschapsbelasting, Fiscaal bestuurs(proces)recht

Instantie: Hoge Raad (Advocaat-Generaal)

Editie: 31 juli

81

Inhoudsopgave van deze editie

Gerelateerde artikelen