Rechtbank Noord-Nederland oordeelt dat de onroerende zaak ten tijde van de aankoop als een niet-woning moet worden aangemerkt. De inspecteur maakt aannemelijk dat slechts beperkte aanpassingen nodig zijn om het pand weer geschikt te maken voor gebruik als niet-woning.

X koopt in 2020 een voormalig bankgebouw dat op dat moment in gebruik is als woning. De inspecteur is van mening dat het pand een niet-woning is en dat het tarief van 6% van toepassing is. Hij legt daarom een naheffingsaanslag overdrachtsbelasting op aan X.

Rechtbank Noord-Nederland oordeelt dat de onroerende zaak ten tijde van de aankoop, ondanks het gebruik als woning, als een niet-woning moet worden aangemerkt. De inspecteur maakt aannemelijk dat slechts beperkte aanpassingen nodig zijn om het pand weer geschikt te maken voor gebruik als niet-woning. Daarbij wijst de rechtbank op de advertentie op Funda waaruit blijkt dat de onroerende zaak voor meerdere functies geschikt kan worden gemaakt. Ook kent het geldende bestemmingsplan geen beperkingen voor het gebruik van de onroerende zaak als niet-woning. De naheffingsaanslag blijft in stand.

[Bron Uitspraak]

Wetsartikelen:

Wet op belastingen van rechtsverkeer 14

Informatiesoort: VN Vandaag

Rubriek: Belastingen van rechtsverkeer

Instantie: Rechtbank Noord-Nederland

Editie: 31 juli

69

Inhoudsopgave van deze editie

Gerelateerde artikelen