Belanghebbende, X, komt in bezwaar en beroep tegen een legesaanslag. Rechtbank Limburg verklaart het beroep gegrond en verwijst de zaak terug naar de heffingsambtenaar omdat die in de uitspraak op bezwaar niet is ingegaan op alle grieven en de uitspraak niet deugdelijk heeft gemotiveerd. Na de uitspraak van de rechtbank stelt X de heffingsambtenaar in gebreke wegens het niet tijdig doen van uitspraak op bezwaar. Hij claimt een dwangsom.
Hof ’s-Hertogenbosch oordeelt dat X geen recht heeft op een dwangsom wegens het niet tijdig doen van uitspraak op bezwaar. De termijn waarbinnen de door de rechtbank opgedragen uitspraak op bezwaar moet zijn gedaan is namelijk nog niet aangevangen vanwege de schorsende werking van het hoger beroep. X is in de bezwaarfase ten onrechte niet gehoord en is hierdoor benadeeld. Het hof verwijst de zaak daarom terug naar de heffingsambtenaar met de opdracht X alsnog te horen en opnieuw uitspraak op bezwaar te doen. Het hof ziet aanleiding om te bepalen dat tegen de nieuwe uitspraak op bezwaar slechts bij het hof beroep kan worden ingesteld. Het hof overweegt ten overvloede dat, alhoewel het hof, evenals de rechtbank, de onderhavige zaak terug zal verwijzen naar de heffingsambtenaar, de rechtbank onjuiste gronden aan dit oordeel ten grondslag heeft gelegd.
Wetsartikelen:
Algemene wet bestuursrecht 8:113
Algemene wet bestuursrecht 4:17
Informatiesoort: VN Vandaag
Rubriek: Bronbelasting
Instantie: Hof 's-Hertogenbosch
Editie: 9 november