X lijdt aan hemofilie en heeft begin 2015 een hartstilstand en een Cerebro Vasculair Accident (CVA) gehad. In zijn IB-aangifte 2015 verzoekt X om aftrek in verband met specifieke zorgkosten. X wil aftrek voor de aanschaf van een in hoogte verstelbaar bed met beweegbare bodem en de kosten van een (her)keuring, aangevraagd bij het CBR, waaronder begrepen de kosten van een bezoek aan een neuroloog en aan een oogarts. Volgens de inspecteur heeft X echter geen recht op aftrek voor deze kosten.
Rechtbank Noord-Nederland oordeelt dat X recht heeft op een aftrek van € 157 aan specifieke zorgkosten voor de CBR-herkeuring. De rechtbank stelt daarbij vast dat X, naar aanleiding van het doorgemaakte CVA, op advies van zijn neuroloog, voorlopig niet is gaan autorijden, maar een (her)keuring heeft aangevraagd bij het CBR. Volgens de rechtbank is daarbij dus sprake van een voorzorgsmaatregel, en had het dus niets te maken met de geldigheid van het rijbewijs als zodanig. De kosten zijn dan ook gemaakt als rechtstreeks gevolg van de ziekte. Ook is er volgens de rechtbank sprake van kosten van vervoer in de zin van art. 6.17 lid 1 onderdeel b Wet IB 2001. De kosten van het bed kan X niet in aftrek brengen, omdat X niet bewijst dat van alle in hoogte verstelbare bedden met beweegbare bodem zoals het zijne, 70 % of meer worden gebruikt door mensen met een ziekte of een handicap. De rechtbank merkt vervolgens nog op dat wanneer X een duurder 'echt' ziekenhuisbed zou hebben gekocht, hij naar alle waarschijnlijkheid wél voor aftrek in aanmerking zou zijn gekomen, omdat ziekenhuisbedden nu eenmaal hoofdzakelijk worden gebruikt door zieke of invalide personen.
Wetsartikelen:
Wet inkomstenbelasting 2001 6.17
Informatiesoort: VN Vandaag
Rubriek: Inkomstenbelasting
Instantie: Rechtbank Noord-Nederland
Editie: 9 november