Rechtbank Oost-Brabant verklaart de beroepen van X tegen de WOZ-beschikkingen ongegrond, maar stelt X voor één pand wel in het gelijk op het punt van de tariefstelling voor de OZB. Omdat de grieven van X tegen de WOZ-waardering falen, ziet de rechtbank geen aanleiding om de kosten van de door X ingebrachte taxatierapporten te vergoeden.

Belanghebbende, X, is eigenaar en gebruiker van vijf onroerende zaken, te weten vijf gezinsvervangende tehuizenIn geschil zijn de WOZ-beschikkingen en OZB-aanslagen voor deze objecten.

Rechtbank Oost-Brabant verklaart de beroepen van X tegen de WOZ-beschikkingen ongegrond, maar stelt X voor één pand wel in het gelijk op het punt van de tariefstelling voor de OZB. De heffingsambtenaar heeft dit object ten onrechte als niet-woning in plaats van woning aangemerkt. Omdat de grieven van X tegen de WOZ-waardering falen, ziet de rechtbank geen aanleiding om de kosten van de door X ingebrachte taxatierapporten te vergoeden. De beroepsgrond van X die wel slaagt en de aanleiding is voor een proceskostenvergoeding houdt verband met het OZB-tarief voor één van de onroerende zaken. De rechtbank vindt steun voor zijn oordeel in de uitspraak van de Afdeling bestuursrechtspraak van de Raad van State van 25 januari 2017, ECLI:NL:RVS:2017:172. De rechtbank verklaart het beroep gegrond, vermindert de aanslag OZB eigenarenbelasting voor het bewuste object en vernietigt de aanslag OZB gebruikersbelasting. X heeft recht op een proceskostenvergoeding voor rechtsbijstand van € 1500.

[Bron Uitspraak]

Wetsartikelen:

Algemene wet bestuursrecht 8:75

Informatiesoort: VN Vandaag

Rubriek: Bronbelasting

Instantie: Rechtbank Oost-Brabant

Editie: 9 november

2

Inhoudsopgave van deze editie

Gerelateerde artikelen