Hof ’s-Hertogenbosch oordeelt dat de eigenaar van een vrij toegankelijk bosgebied ook aangemerkt moet worden als gebruiker van dit gebied voor de OZB. De aanslagen OZB gebruikersbelasting zijn terecht aan X opgelegd.

Belanghebbende, X, is eigenaar van twee bospercelen met een oppervlakte van 38.370 m² respectievelijk 31.640 m². De percelen zijn vrij toegankelijk voor het publiek. In geschil zijn de aanslagen OZB gebruikersbelasting die X heeft gekregen voor de percelen.

Hof ’s-Hertogenbosch oordeelt dat de eigenaar van een vrij toegankelijk bosgebied ook aangemerkt moet worden als gebruiker van dit gebied voor de OZB. De aanslagen OZB gebruikersbelasting zijn terecht aan X opgelegd. De mogelijkheid van X om het bosperceel te gebruiken naar zijn bestemming is volgens het hof voldoende om hem aan te merken als gebruiker voor de OZB. Dat X van die mogelijkheid zelf geen gebruik maakt doet daaraan niet af. Het beroep van X op het vertrouwensbeginsel slaagt niet. Dat X in voorgaande jaren geen aanslagen gebruikersbelasting heeft gekregen, is niet voldoende voor een geslaagd beroep op het vertrouwensbeginsel. Het hof verklaart het hoger beroep van X ongegrond.

[Bron Uitspraak]

Wetsartikelen:

Gemeentewet 220

Informatiesoort: VN Vandaag

Rubriek: Bronbelasting, Belastingen van lagere overheden

Instantie: Hof 's-Hertogenbosch

Editie: 9 november

4

Inhoudsopgave van deze editie

Gerelateerde artikelen