Hof Amsterdam oordeelt dat de inspecteur X BV terecht niet heeft aangemerkt als FBI. Voor de jaren 2015 en 2016 voldoet de statutaire doelomschrijving niet aan het wettelijke vereiste van art. 28 lid 2 Wet VPB 1969.

Volgens haar statuten houdt X BV zich vanaf haar oprichting in 2015 bezig met activiteiten rondom onroerende zaken. In 2016 worden de statuten gewijzigd. In de doelomschrijving wordt opgenomen dat wordt belegd in twee specifieke onroerende zaken. X BV heeft de onroerende zaken gekocht voor € 76 mln en gefinancierd met aandeelhoudersleningen. Op de leningen wordt een rente van 7% vergoed. X BV is van mening dat het FBI-regime van art. 28 Wet VPB 1969 op haar van toepassing is. De inspecteur is van mening dat geen sprake is van het beleggen van vermogen waardoor geen recht bestaat op de faciliteit van art. 28 Wet VPB 1969. Met betrekking tot de AHL stelt de inspecteur dat deze onzakelijk is en dat een zakelijke rente moet worden gehanteerd. Rechtbank Noord-Holland oordeelt dat het FBI-regime van toepassing is en vernietigt de VPB-navorderingsaanslag 2015. De aanslagen voor het jaar 2016 en 2017 worden verminderd naar nihil.

Hof Amsterdam oordeelt dat de inspecteur X BV terecht niet heeft aangemerkt als FBI. Voor de jaren 2015 en 2016 voldoet de statutaire doelomschrijving niet aan het wettelijke vereiste van art. 28 lid 2 Wet VPB 1969. Het hof merkt op dat het doel van de belastingplichtige, te weten het beleggen van vermogen, nauwkeurig in de statuten moet zijn omschreven. Voor de jaren 2015 en 2016 geldt dat de statutaire doelomschrijving te ruim is geformuleerd. Voor het jaar 2017 geldt volgens het hof dat, om in aanmerking te kunnen komen voor toepassing van het FBI-regime, de bezittingen in het voorafgaande jaar 2016 verplicht moeten worden geherwaardeerd op grond van art. 10 lid 2 onderdeel a BBI. Aangezien X BV heeft aangegeven niet akkoord te gaan met een verlenging van de navorderingstermijn, is afrekening over de herwaarderingswinst niet mogelijk. Hierdoor wordt niet voldaan aan dit vereiste en daardoor ook niet aan alle voorwaarden die zijn vereist voor toepassing van het FBI-regime in het jaar 2017. Ten aanzien van de AHL overweegt het hof dat geen zakelijke rente in de markt kan worden gevonden, en de rente dus onzakelijk is. Het hof stelt het rentepercentage op de AHL vervolgens in goede justitie vast op 2,37%.

Lees ook het thema Beleggingsinstellingen.

[Bron Uitspraak]

Wetsartikelen:

Wet op de vennootschapsbelasting 1969 28

Instantie: Hof Amsterdam

Rubriek: Vennootschapsbelasting

Editie: 17 februari

Informatiesoort: VN Vandaag

194

Inhoudsopgave van deze editie

Gerelateerde artikelen