De heer X is houder van een personenauto. X claimt desondanks toepassing van het lage MRB-(bestelauto)tarief voor gehandicapten, aangezien hij alleen met gestrekte benen - en dus niet in een bestelauto - kan rijden. In geschil is of X aldus terecht bezwaar heeft gemaakt tegen een MRB-rekening, de naheffingsaanslagen, alsmede de boetes. Rechtbank Zeeland-West-Brabant oordeelt dat X op grond van het gelijkheidsbeginsel vergeefs toepassing claimt van het gehandicaptentarief. Er is geen sprake van gelijke gevallen, omdat X niet aannemelijk maakt dat voor hem vóór de invoering van dat tarief (in 2005) het verlaagde tarief voor grijze kentekens van particuliere bestelauto's gold. Er is voorts geen bezwaar mogelijk tegen een MRB-rekening. De rekening is namelijk geen belastingaanslag of een voor bezwaar vatbare beschikking. Doende wat de inspecteur had moeten doen, wordt dat bezwaar alsnog niet-ontvankelijk verklaard. Het bezwaar tegen de eerste naheffingsaanslag en boete is terecht niet-ontvankelijk verklaard wegens termijnoverschrijding. Het maakt niet uit dat X op enig moment "bij voorbaat" bezwaar heeft aangetekend "tegen iedere aanslag en beschikking uit het verleden, heden en toekomst". Tegen iedere aanslag moet namelijk apart bezwaar worden gemaakt. De boete van € 147 is ook terecht. Ondanks dat X bezwaar had aangetekend tegen de MRB-rekening, had X deze toch eerst moeten voldoen.
Wetsartikelen:
Wet op de motorrijtuigenbelasting 1994 24a
Algemene wet bestuursrecht 6:7
Algemene wet inzake rijksbelastingen 67c
Algemene wet inzake rijksbelastingen 26
Informatiesoort: VN Vandaag
Rubriek: Belastingheffing van motorrijtuigen
Instantie: Rechtbank Zeeland-West-Brabant