Hof Arnhem-Leeuwarden oordeelt in hoger beroep dat is voldaan aan de eisen van een arbeidsovereenkomst, zijnde (1) een gezagsverhouding tussen de heer X en de zorgaanbieders, (2) de verplichting van X tot het persoonlijk verrichten van arbeid en (3) de verplichting van de zorgaanbieders tot het betalen van loon.

Belanghebbende, de heer X, staat vanaf 1993 als ondernemer ingeschreven bij de Kamer van Koophandel. X verricht aldus AWBZ-zorg in natura bij zorgvragers aan huis. In zijn IB-aangiften voor 1993 tot en met 2012 heeft X zijn inkomsten steeds aangegeven als winst uit onderneming. Deze aangiften zijn altijd zonder nader onderzoek gevolgd. Voor 2013 en 2014 is op verzoek van X een verklaring arbeidsrelatie winst uit onderneming (VAR-wuo) afgegeven. Beide verklaringen zijn echter op initiatief van de inspecteur vervangen door een verklaring arbeidsrelatie loon uit dienstbetrekking (VAR-loon). In geschil is of dat terecht is. Volgens Rechtbank Noord-Nederland is sprake van een gezagsverhouding tussen X en de zorgaanbieders waarvoor hij, al dan niet via een bemiddelingsinstelling, AWBZ-zorg in natura heeft verleend. De zorgaanbieders zijn namelijk wettelijk eindverantwoordelijk voor de uitvoering van de zorgplannen en geven in dat kader aanwijzingen. Dit leidt er ook toe dat X niet over de voor het IB-ondernemerschap benodigde zelfstandigheid beschikt. X gaat in hoger beroep.

Hof Arnhem-Leeuwarden oordeelt dat is voldaan aan de eisen van een arbeidsovereenkomst, zijnde (1) een gezagsverhouding tussen X en de zorgaanbieders, (2) de verplichting van X tot het persoonlijk verrichten van arbeid en (3) de verplichting van de zorgaanbieders tot het betalen van loon. Het maakt niet uit dat X bij het uitvoeren van de werkzaamheden en het aanpassen van de zorgplannen een grote mate van professionele autonomie heeft. Gelet op de intensiteit van de 24uurs-zorg is voorts aannemelijk dat X niet de mogelijkheid heeft om zich zonder toestemming van de zorgaanbieder te laten vervangen. X beroept zich ook vergeefs op het vertrouwensbeginsel ten aanzien van het jarenlang verstrekken van een VAR-wuo. Uit de wet volgt namelijk uitdrukkelijk dat een verklaring ten hoogste voor één kalenderjaar gelding heeft. Het beroep van X is ongegrond.

[Bron Uitspraak]

Wetsartikelen:

Wet inkomstenbelasting 2001 3.6

Wet inkomstenbelasting 2001 3.2

Wet inkomstenbelasting 2001 3.4

Informatiesoort: VN Vandaag

Rubriek: Inkomstenbelasting, Loonbelasting

Instantie: Hof Arnhem-Leeuwarden

Editie: 28 december

3

Inhoudsopgave van deze editie

Gerelateerde artikelen