Rechtbank Zeeland-West-Brabant oordeelt dat de inspecteur geen informatiebeschikking kan opleggen indien een belastingplichtige toestemming weigert voor een inpandige opname van een onroerende zaak.

Belanghebbende, X, maakt in zijn aangifte IB/PVV 2010 (box 3) melding van een aantal onroerende zaken. De inspecteur verzoekt X om informatie over de (waardering) van deze onroerende zaken en ook om toestemming om de panden inpandig op te nemen. Als X niet reageert, legt de inspecteur aan X een informatiebeschikking op.

Rechtbank Zeeland-West-Brabant oordeelt dat de inspecteur geen informatiebeschikking kan opleggen indien een belastingplichtige toestemming weigert voor een inpandige opname van een onroerende zaak. De toegangverlening tot gebouwen wordt geregeld in art. 50 AWR. In de wettelijke bepaling ter zake van de informatiebeschikking (art. 52a AWR) wordt art. 50 AWR niet genoemd. De vraag over het al dan niet verlenen van toestemming voor een inpandige opname hoort derhalve niet thuis in een informatiebeschikking. Voor het niet verstrekken van informatie (onder andere huurcontracten) door X is de informatiebeschikking wel terecht. De rechtbank verklaart het beroep van X gegrond en wijzigt de informatiebeschikking.

[Bron Uitspraak]

Wetsartikelen:

Algemene wet inzake rijksbelastingen 47

Algemene wet inzake rijksbelastingen 52a

Algemene wet inzake rijksbelastingen 52

Informatiesoort: VN Vandaag

Rubriek: Bronbelasting

Instantie: Rechtbank Zeeland-West-Brabant

Editie: 28 december

5

Inhoudsopgave van deze editie

Gerelateerde artikelen