Aan belanghebbende, X, worden aanslagen afvalstoffenheffing, rioolheffing en forensenbelasting opgelegd over het jaar 2013. De aanslagen zijn verenigd op één aanslagbiljet. Rechtbank Noord-Holland verklaart het beroep betreffende de aanslag forensenbelasting gegrond en vernietigt deze aanslag. In geschil is of de rechtbank het beroep tegen de andere aanslagen terecht niet-ontvankelijk heeft verklaard.
Hof Amsterdam (MK II, 31 mei 2016, 15/00653, V-N Vandaag 2016/1568) oordeelt in navolging van de rechtbank dat X geen bezwaar heeft gemaakt tegen de aanslagen riool- en afvalstoffenheffing. Dit blijkt duidelijk uit de bewoordingen van het bezwaarschrift. Dat de heffingsambtenaar in de uitspraak op bezwaar, kennelijk ten overvloede, wel overwegingen heeft gewijd aan de rioolheffing en de afvalstoffenheffing, doet aan het voorgaande niet af. De rechtbank heeft het beroep van X inzake de rioolheffing en de afvalstoffenheffing daarom terecht niet-ontvankelijk verklaard. Het hoger beroep van X is ongegrond.
De Hoge Raad verklaart het beroep in cassatie niet-ontvankelijk omdat de aangevoerde klachten geen behandeling in cassatie rechtvaardigen (art. 80a Wet RO).
Wetsartikelen:
Algemene wet inzake rijksbelastingen 26
Algemene wet bestuursrecht 6:4
Algemene wet bestuursrecht 6:5
Informatiesoort: VN Vandaag
Rubriek: Bronbelasting, Belastingen van lagere overheden
Instantie: Hoge Raad
Editie: 28 december