Belanghebbende, X Ltd., is een naar het recht van Cyprus opgerichte en in Cyprus gevestigde vennootschap. Zij is onderworpen aan de Cypriotische vennootschapsbelasting. X Ltd. is een investeringsvennootschap en maakt als tussenholding deel uit van een concern dat actief is in onder meer de tankervaart en offshore industrie. X Ltd. bezit vanaf 2004 een wisselend belang in aandelen Royal Dutch Shell Plc (hierna RD). In 2006 bedraagt het aandelenbezit RD steeds minder dan 0,03% van de uitstaande aandelen RD. In september 2006 is op de aandelen dividend uitbetaald waarop $ 47.9310 aan dividendbelasting is ingehouden. X Ltd. gaat daartegen in beroep. Zij stelt dat zij op grond van artikel 4, lid 1 Wet dividendbelasting recht heeft op de vrijstelling van inhouding van dividendbelasting omdat zij samenwerkt met RD en de aandelen niet ter belegging aanhoudt.
Rechtbank Breda oordeelt echter dat X Ltd. niet aannemelijk heeft gemaakt dat de aankoop en het bezit van aandelen de samenwerking tussen het concern en RD daadwerkelijk heeft bevorderd. Uit een verklaring van een concerndirecteur kan volgens de rechtbank niet worden afgeleid dat de aandelen voor X Ltd. meer betekenis hebben gehad dan enkel als waardepapier. Dat het concern alleen investeert of belegt in branchegerelateerde fondsen, doet hier niet aan af. Het concern heeft ook niet enige actieve betrokkenheid binnen RD gehad. De rechtbank oordeelt dat X Ltd. het aandelenbelang in RD in 2006 enkel als belegging heeft gehouden en geen recht heeft op de vrijstelling. De rechtbank verklaart het beroep van X Lt. ongegrond.