Rechtbank Zeeland-West-Brabant oordeelt dat er geen sprake is van inkomsten uit scheepsvaart en/of een vaste inrichting. X heeft derhalve geen recht op voorkoming van dubbele belasting.

X woont in Nederland en oefent zelfstandig het beroep van Salvage Master en Special Casuality Representative uit. De werkzaamheden vinden plaats aan boord van een schip en steeds per opdracht voor een termijn van ongeveer 8 weken. X heeft in de jaren 2010 tot en met 2014 geen werkzaamheden uitgevoerd binnen het territoriaal gebied van Nederland. X heeft in zijn aangifte inkomstenbelasting verzocht om ´aftrek elders belast´ op basis van verschillende verdragen ter voorkoming van dubbele belasting. X stelt zich hierbij op het standpunt dat sprake is van inkomsten uit scheepvaart dan wel een vaste inrichting. De aftrek is door de inspecteur geweigerd. X gaat in bezwaar en in beroep.

Rechtbank Zeeland-West-Brabant stelt vast dat X in Nederland woont, dat de inkomsten uit het beroep Salvage Master en Special Casuality Representative niet kwalificeren als inkomsten uit scheepvaart en tevens dat er geen sprake is van een vaste inrichting dan wel vaste vertegenwoordiger. De rechtbank concludeert op basis hiervan dat de inspecteur de aftrek ter voorkoming van dubbele belasting terecht heeft geweigerd. Het beroep van X is ongegrond.

[Bron Uitspraak]

Wetsartikelen:

Wet inkomstenbelasting 2001 3.5

Besluit OESO-commentaar op artikel 15 en 17 OESO-modelverdrag (ontslagvergoedingen in grensoverschrijdende situaties, publieksgericht optreden) 8

Besluit OESO-commentaar op artikel 15 en 17 OESO-modelverdrag (ontslagvergoedingen in grensoverschrijdende situaties, publieksgericht optreden) 7

Informatiesoort: VN Vandaag

Rubriek: Internationaal belastingrecht

Instantie: Rechtbank Zeeland-West-Brabant

Editie: 19 mei

41

Inhoudsopgave van deze editie

Gerelateerde artikelen