Hof Arnhem oordeelt in hoger beroep dat er geen sprake is van een zelfstandig uitgeoefend beroep omdat de heer X al meer dan veertig jaar slechts één en dezelfde opdrachtgever heeft.

De heer X distribueert zes dagen per week landelijke dagbladen en bezorgt deze ook gedeeltelijk zelf bij abonnees. In geschil is of X in 2006 en 2007 recht heeft op aftrek van kosten voor onder meer een reserve auto en het zelf betalen van zijn vervangers tijdens ziekte en afwezigheid. Rechtbank Arnhem laat in het midden of de inkomsten van PCM zijn te kwalificeren als winst uit onderneming of als resultaat uit overige werkzaamheden. De beroepen van X zijn gegrond omdat X recht heeft op aftrek van de aan zijn vervangers betaalde bedragen. Partijen gaan in hoger beroep.

Hof Arnhem oordeelt dat er geen sprake is van een zelfstandig uitgeoefend beroep omdat X al meer dan veertig jaar slechts één en dezelfde opdrachtgever heeft. Voorts maakt X geen reclame om meer opdrachtgevers te krijgen en voert hij geen administratie. De inspecteur stelt terecht dat X op grond van de gelijkgesteldenregeling van art. 4 Wet LB 1964 jo art. 2c, eerste lid, Uitv. besl. LB 1964 in fictieve dienstbetrekking tot PCM staat. Omdat de inkomsten niet als resultaat uit overige werkzaamheden zijn te beschouwen maar als fictieve dienstbetrekking, heeft X geen recht op kostenaftrek. Het beroep van de inspecteur is gegrond.

[Bron Uitspraak]

Informatiesoort: VN Vandaag

Rubriek: Inkomstenbelasting, Loonbelasting

Instantie: Hof Arnhem

0

Gerelateerde artikelen