Belanghebbende, X, verstrekt in 2008 samen met zijn echtgenoot een lening van € 30.000 aan haar als startende ondernemer aangemerkte meerderjarige stiefzoon. De lening, die is vormgegeven als durfkapitaal als bedoeld in art. 5.17 Wet IB 2001, wordt door X in 2010 kwijtgescholden wegens oninbaarheid. Niet meer in geschil is dat aftrek als persoonsgebonden aftrekpost niet mogelijk is, omdat verzuimd is de lening te registreren.
Rechtbank Gelderland oordeelt dat een verlies op een starterskrediet niet in aftrek kan komen als resultaat uit overige werkzaamheden nadat is gebleken dat de lening niet voldoet aan de voorwaarden voor fiscaal durfkapitaal. Voor aftrek als negatief resultaat uit overige werkzaamheden is vereist dat het gaat om een ongebruikelijke terbeschikkingstelling. Leningen aan starters, zo blijkt uit de wetsgeschiedenis, kunnen in beginsel echter niet worden aangemerkt als ongebruikelijke terbeschikkingstellingen en dat is in het onderhavige geval niet anders. Het beroep van X is ongegrond.
Wetsartikelen:
Wet inkomstenbelasting 2001 3.91