Hof 's-Gravenhage oordeelt in hoger beroep dat het motortankschip behoort tot de onderneming van de Nederlandse eigenaar en niet tot die van de Duitse bevrachter.

De heer X woont in Nederland en werkt van 1 februari tot en met 31 december 2005 als kapitein in dienstbetrekking bij een in Luxemburg gevestigde werkgever. Het desbetreffende schip is een motortankschip dat vaart op de binnenwateren van de EU, voornamelijk op de Rijn, haar zijrivieren en de waterlopen met open zee. De eigenaar van het schip woont in Nederland. Het schip is echter ingeschreven in het Duitse scheepsregister, heeft een Duitse thuishaven en de eigenaar heeft een contract met een Duitse bevrachter. Op de Duitse Rijnvaartverklaring staat alleen de naam van de eigenaar vermeld. X betaalt premie sociale verzekeringen in Luxemburg en claimt vrijstelling voor de premie volksverzekeringen in Nederland. Rechtbank 's-Gravenhage stelt X in het ongelijk, aangezien het schip de nauwste band heeft met Nederland en hier dus zijn thuishaven heeft. X gaat in hoger beroep.

Hof 's-Gravenhage oordeelt dat het schip behoort tot de onderneming van de eigenaar en niet tot die van de Duitse bevrachter. Het maakt niet uit dat de bevrachter het vervoer hoofdzakelijk bepaalt en ook het schip (deels) financiert. De zetel van de onderneming bevindt zich aan boord van het schip, waar de belangrijkste ondernemingsbeslissingen worden genomen en waarvan de rechtbank terecht heeft geoordeeld dat deze in Nederland zijn thuishaven heeft. X is dus verzekerd en premieplichtig in Nederland.

[Bron Uitspraak]

Informatiesoort: VN Vandaag

Rubriek: Premieheffing, Sociale zekerheid algemeen, Internationale sociale zekerheid

Instantie: Hof 's-Gravenhage

Editie: 1 maart

0

Inhoudsopgave van deze editie

Gerelateerde artikelen