Belanghebbende, X, stelt hoger beroep in tegen een uitspraak van Rechtbank Zeeland-West-Brabant van 6 november 2015. Het hoger beroep is gedagtekend 8 november 2016 en op 15 november 2016 bij het hof binnengekomen. In geschil is de ontvankelijkheid van het hoger beroep.
Hof 's-Hertogenbosch verklaart het hoger beroep van X niet-ontvankelijk omdat het bijna één jaar na de uitspraakdatum van de rechtbank is ingediend. X stelt dat de termijnoverschrijding verschoonbaar is omdat hij onvoldoende kennis heeft van de Nederlandse taal, onvoldoende afweet van fiscale procedures en het belang van het instellen van hoger beroep heeft onderschat. Het hof merkt op dat X ter zitting van het hof er blijk van heeft gegeven de Nederlandse taal moeiteloos en foutloos te spreken. Verder oordeelt het hof dat de uitspraak van de rechtbank een duidelijke rechtsmiddelverwijzing bevat. Er is dus geen sprake van een verschoonbare termijnoverschrijding. Het hoger beroep van X is niet-ontvankelijk.
Wetsartikelen:
Algemene wet bestuursrecht 6:11
Algemene wet bestuursrecht 6:7
Informatiesoort: VN Vandaag
Rubriek: Bronbelasting
Instantie: Hof 's-Hertogenbosch
Editie: 18 december