Rechtbank Den Haag beslist dat X, in dienst bij het Europees Octrooi Bureau, met (tijdelijke) Ierse nationaliteit en status duurzaam verblijf, niet is vrijgesteld voor de belastingheffing in box 3.
X werkt sinds 1997 bij het Europees Octrooi Bureau (EOB). Op het moment van indiensttreding heeft X de Nederlandse nationaliteit. Vanaf 1997 tot op heden woont X in Nederland. In het jaar 2009 is X het hele jaar in loondienst bij het EOB. Van 2002 tot 2010 heeft X de Ierse nationaliteit. X is in het jaar 2009 in het bezit van een door het Ministerie van Buitenlandse Zaken verstrekt identiteitsbewijs geprivilegieerden met de code BO/DV. Daarbij staat DV voor duurzaam verblijf houdend. X geeft in zijn aangifte ib/pvv 2009 geen inkomen uit sparen en beleggen aan. De inspecteur corrigeert de aangifte op dit punt. X komt in beroep.
Volgens Rechtbank Den Haag is op X de uitzonderingsbepaling van art. 10 lid 6 van de Zetelovereenkomst van toepassing. X bezit op het moment van aanstelling de Nederlandse nationaliteit en valt daarom direct onder deze bepaling. De omstandigheid dat hij in het jaar 2009 de Ierse nationaliteit bezit maakt dit niet anders. X heeft op dat moment immers de status duurzaam verblijf (DV). Gevolg is dat X niet is vrijgesteld van de betaling van belasting in box 3. Het beroep is ongegrond.
Lees ook het thema Box 3.
Wetsartikelen:
Wet inkomstenbelasting 2001 5.1
Informatiesoort: VN Vandaag
Rubriek: Inkomstenbelasting, Europees belastingrecht
Instantie: Rechtbank Den Haag
Editie: 6 juli