Rechtbank Rotterdam ziet geen reden voor toekenning van een dwangsom nu de heffingsambtenaar aannemelijk maakt dat hij tijdig de uitspraak op bezwaar heeft verzonden.

Belanghebbende, X, maakt op 10 november 2015 bezwaar tegen een aanslag secretarieleges. Op 26 april 2016 verzoekt X de gemeente om alsnog te beslissen op bezwaar. Op 25 juni 2016 stelt X beroep in tegen het uitblijven van een uitspraak en verzoekt daarbij om toekenning van een dwangsom van € 1260. De heffingsambtenaar stelt de uitspraak al op 17 december 2015 te hebben verzonden.

Rechtbank Rotterdam ziet geen reden voor toekenning van een dwangsom nu de heffingsambtenaar aannemelijk maakt dat hij tijdig de uitspraak op bezwaar heeft verzonden. Een ambtenaar van de gemeente heeft verklaard dat zij op 17 december 2015 de uitspraak op bezwaar heeft afgemaakt, dat er een pdf-bestand van is gemaakt, dat zij op dezelfde dag dit bestand voorzien van een digitale handtekening heeft uitgeprint en in een enveloppe heeft gedaan. Dezelfde ambtenaar heeft verklaard dat zij de enveloppe vervolgens naar de postkamer heeft gebracht om er zeker van te zijn dat de uitspraak op bezwaar tijdig zou worden verstuurd. X heeft geen feiten gesteld op grond waarvan de ontvangst van de uitspraak op bezwaar redelijkerwijs kan worden betwijfeld. De rechtbank verklaart het beroep tegen het niet tijdig beslissen op bezwaar niet-ontvankelijk.

[Bron Uitspraak]

Wetsartikelen:

Algemene wet bestuursrecht 6:12

Algemene wet bestuursrecht 4:17

Informatiesoort: VN Vandaag

Rubriek: Bronbelasting

Instantie: Rechtbank Rotterdam

Editie: 27 juni

2

Inhoudsopgave van deze editie

Gerelateerde artikelen