X is eigenaar en gebruiker van een vrijstaande woonboerderij met zes schuren/bergingen gelegen in de gemeente Hof van Twente. Het bouwjaar van de woning is 1904. In geschil is de WOZ-waarde 2013 van de onroerende zaak. Rechtbank Overijssel heeft de waarde verlaagd van € 456.000 naar € 431.000. X bepleit een waarde van € 330.000.

Hof Arnhem-Leeuwarden oordeelt dat de heffingsambtenaar niet aannemelijk heeft gemaakt dat de WOZ-waarde van de vrijstaande woonboerderij van X de door de rechtbank vastgestelde waarde van € 431.000 bedraagt. De heffingsambtenaar heeft volgens het hof het geschikte vergelijkingsobject niet in zijn waardering betrokken, en de overige vergelijkingsobjecten compenseren dit gebrek onvoldoende. Het object waarop het hof doelt, is qua inhoud, bouwjaar en grondoppervlakte goed vergelijkbaar met de onroerende zaak van X. Het hof verwerpt ook de door X bepleite waarde van € 330.000 en stelt de WOZ-waarde in goede justitie vast op € 410.000.  

[Bron Uitspraak]

Wetsartikelen:

Wet waardering onroerende zaken 17