X komt in bezwaar en beroep tegen een aanslag rioolheffing van de gemeente Ooststellingwerf. X stelt onder meer dat de methodiek van de toerekening van overhead in strijd met het BBV niet is opgenomen in de Financiële verordening van de gemeente.
Hof Arnhem-Leeuwarden oordeelt in navolging van de rechtbank dat gemeenten niet gebonden zijn aan een uitspraak van de commissie voor het Besluit begroting en verantwoording provincies en gemeenten (BBV) in de Notitie Overhead die inhoudt dat de methodiek voor de toerekening van overhead in de Financiële verordening moet worden opgenomen. Het BBV zelf bevat geen regel die verplicht de methode van toerekening van de overheadkosten in de financiële verordening op te nemen. Uit de jurisprudentie van de Hoge Raad volgt slechts dat bij de beoordeling van de vraag of sprake is van een overschrijding van de opbrengstlimiet doorslaggevend is of de begroting is opgemaakt overeenkomstig de bepalingen van het BBV. Naar het oordeel van het hof is aan deze voorwaarde voldaan. De wijze waarop de gemeente een gedeelte van de overheadkosten toedeelt aan het taakveld riolering is in overeenstemming met de in het BBV gegeven regels en die toerekening is daarmee ook voor de toetsing aan de opbrengstlimiet aanvaardbaar.
Wetsartikelen:
Informatiesoort: VN Vandaag
Rubriek: Belastingen van lagere overheden
Instantie: Hof Arnhem-Leeuwarden
Editie: 10 mei