Rechtbank Gelderland oordeelt dat de loonnaheffing en de aansprakelijkstelling in beginsel terecht zijn, doch dat deze veel te hoog zijn. Wegens het niet tijdig nemen van een uitspraak op bezwaar verbeurt de ontvanger ook de maximale dwangsom.

Belanghebbende, vof X, handelt in goud. X heeft een winkel, waar zij goud inkoopt van particulieren. Voorts organiseert X daartoe ook bijeenkomsten op diverse locaties. De twee vennoten van X, de heren G en H, hebben de Britse nationaliteit. Ten behoeve van de inkoop huurt X goudinkopers in van twee Britse bedrijven. De inkopers zijn bij deze bedrijven in dienstbetrekking. Aangezien over de lonen van de inkopers geen loonheffing is afgedragen, worden direct invorderbare naheffingsaanslagen aan de bedrijven opgelegd. In geschil is of X door de ontvanger terecht als inlener aansprakelijk is gesteld voor € 366.242. Rechtbank Gelderland oordeelt dat de naheffing en de aansprakelijkstelling in beginsel terecht zijn, doch dat deze veel te hoog zijn. Zo zijn de bruto-lonen aanzienlijk lager dan de facturen. De facturen zien namelijk ook op inkoopcommissies en kostenvergoedingen. Bovendien is ten onrechte het anoniementarief toegepast. De aansprakelijkstelling wordt verlaagd tot € 127.535. Wegens het niet tijdig nemen van een uitspraak op bezwaar verbeurt de ontvanger ook de maximale dwangsom. Het beroep van X is deels gegrond.

[Bron Uitspraak]

Wetsartikelen:

Invorderingswet 1990 49

Invorderingswet 1990 34

Informatiesoort: VN Vandaag

Rubriek: Bronbelasting, Loonbelasting, Invordering

Instantie: Rechtbank Gelderland

1

Gerelateerde artikelen